Bij KV Weidevogels hoort naast een hoog sportief niveau ook een hoog sociaal niveau.
Sport is niet alles. Het kenmerk van een gezellige club is een hoog sociaal gehalte naast een uitdagende sportieve sfeer.
Gezelligheid wordt gemaakt door mensen en niet alleen door sportieve prestaties. Het is daarom belangrijk om ook de sociale kant van de vereniging te belichten. In dit document is daartoe een eerste aanzet gegeven. Het is de bedoeling dat dit document levend blijft door er constant aan te schaven en te verbeteren. Verder is het ook zaak om de inhoud niet alleen aan het geduldige papier toe te vertrouwen maar juist te doen opgaan in de dagelijkse praktijk.
Gedragsregels leven niet als ze door iemand of een vereniging op papier zijn gezet. Ze leven pas als ieder verantwoordelijk lid ze kent en hanteert.
Het bestuur van KV Weidevogels zal de nodige energie stoppen in het realiseren van dit ideaal door te pas en te onpas leden en gasten te wijzen op de door het bestuur en de ALV goedgekeurde sociale gedragsregels, zoals vastgelegd in dit document.
Gedragsregels voor spelende leden, op het veld
a. geen juiste mentaliteit en voorbeeld
b. ontneemt het gehele team de kans op een goede prestatie.
De selectieteams bekleden als het vlaggenschip van de vereniging bij uitstek een voorbeeldrol.
Wanneer je steeds kritiek hebt op trainers, scheidsrechters, bestuursleden en/of coaches, dan nodigen wij je uit om je bij de vereniging aan te melden voor deze functies. Je krijgt dan de kans om het goed/beter te doen. De vereniging zal er blij mee zijn.
Kleding en douchen
Tijdens een wedstrijd behoort men schone en de voorgeschreven kleding te dragen. Ga douchen direct na het sporten, dit is goed voor de spieren en voorkomt blessures.
Gedragsregels voor het clubhuis, veld en zaal
De volgende gedragsregels bepalen in hoge mate de sfeer in het clubhuis, op het veld en in de zaal.
Gedragsregels voor ouders
Ouders spelen een belangrijke rol in het korfballeven van een kind. Ze zijn geïnteresseerd en willen zoveel mogelijk helpen. Het komt echter dikwijls voor, dat ouders te zeer betrokken raken bij het korfballen van hun kind en in hun enthousiasme ongewild een storende invloed uitoefenen.
Om u als ouder te helpen een goede "korfbalouder" te zijn gelden de volgende gedragsregels:
Wat is niet verstandig
a) Reageer op een slecht resultaat of een fout, niet met straf of kritiek. Geef uw kind de tijd om voor zichzelf uit te vinden waarom het verkeerd ging. Als het kind uw advies vraagt, geef dan eerst een compliment voor iets wat het wel goed deed en geef dan de goede raad. Hierbij legt u eerder de nadruk op de positieve gevolgen, indien deze raad wordt opgevolgd, dan op het negatieve gevolg van een fout. Het is voor de ouders van het allergrootste belang niet de indruk te wekken dat zij het kind niet meer waarderen nadat het verloren heeft.
b) Sluit uw ogen niet voor slecht gedrag, oneerlijkheid of slechte manieren van uw kind. Op zulke momenten moet u onmiddellijk optreden. Als u dat niet doet zal het daaruit kunnen concluderen, dat u zulk gedrag toelaatbaar vindt of tenminste dat u persoonlijke normen en respect voor mensen en regels in de sport niet belangrijk vindt.
c) Geef uw kind geen aanwijzingen tijdens een wedstrijd, dit is zelfs reglementair verboden. Een constante stroom van instructies brengt het kind alleen maar in verwarring.
d) Laat niet altijd uw eerste vraag zijn "heb je gewonnen?". Waarom zou u niet beginnen met "heb je lekker gespeeld?".
e) Wees niet altijd (nadrukkelijk) aanwezig bij elke training en elke wedstrijd. Het is belangrijk voor de ontwikkeling van uw kind in de sport dat hij of zij ermee vertrouwd raakt de juiste beslissing te nemen tijdens training of wedstrijd. Dit is de eerste stap in de ontwikkeling van motivatie en zelfvertrouwen. Wanneer u voortdurend toekijkt, zal dit ertoe leiden dat uw kind op alle gebieden afhankelijk wordt van uw aanwezigheid en advies.
f) Ga in geval van kritiek op het gedrag of prestatie van uw kind niet tegen anderen mopperen. Spreek degene die deze kritiek uit erop aan en vraag naar de reden van de kritiek. Als een dialoog niet helpt stap dan naar de coach of een bestuurslid om escalatie te voorkomen. Het voorbeeld dat ouders geven hoe hiermee om te gaan is enorm belangrijk. Hoe kunt u anders verwachten dat uw kind dit wel kan?
g) Beloon uw kind niet met geld etc. voor goede prestaties of het maken van doelpunten; dit werkt mogelijk frustraties in de hand, of dit leidt tot te zelfzuchtig gedrag dat het teambelang niet ten goede komt.
Wanneer u steeds kritiek heeft op trainers, scheidsrechters, bestuursleden en/of coaches, dan nodigen wij u uit om u bij de vereniging aan te melden voor deze functies.
U krijgt dan de kans om het goed/beter te doen. De vereniging zal er blij mee zijn.
Gedragsregels voor supporters van KV Weidevogels
Wanneer u steeds kritiek heeft op trainers, scheidsrechters, bestuursleden en/of coaches, dan nodigen wij u uit om u bij de vereniging aan te melden voor deze functies.
U krijgt dan de kans om het goed/beter te doen. De vereniging zal er blij mee zijn.
Gedragsregels voor publiek (gasten)
Gedragsregels voor het bestuur en kader
7.1 Gedragsregels voor het bestuur
Bestuursleden hebben op sociaal gebied een speciale rol binnen een vereniging. Naast de voorbeeldfunctie is er ook een corrigerende en opvoedfunctie. Je staat nu eenmaal meer in de schijnwerpers dan anderen. Bestuursleden dienen altijd aanspreekbaar te zijn voor leden en bezoekers. In deze gevallen dient het bestuurslid zich diplomatiek te gedragen, dat wil zeggen dat er niet direct een mening wordt gegeven maar dat eerst alle relevante gegevens worden verzameld. Op basis daarvan en, indien nodig, na ruggenspraak met andere bestuursleden en/of kaderleden kan actie worden ondernomen.
7.2 Gedragsregels voor het kader
Voor kaderleden (waaronder commissieleden, trainers etc.) geldt in hoofdlijnen hetzelfde als voor bestuursleden. Ook zij zijn een vooruitgeschoven post en staan meer in de belangstelling dan gewone leden. Het siert een goed kaderlid om weloverwogen om te gaan met sociale probleemsituaties. Rust en kalmte helpen meer dan een overhaaste reactie of advies.
7.3 Gedragsregels voor de scheidsrechters.
Scheidsrechters zijn (helaas) vaak het doelwit van spelers en publiek, zeker als de spanning toeneemt in een wedstrijd. Bij de opleiding tot scheidsrechter is er veel aandacht besteed aan gedragsregels. De richtlijnen vanuit het KNKV dienen altijd primair opgevolgd te worden. Om overwicht te behouden in de wedstrijd volgen hier vanuit KV Weidevogels een aantal gedragsregels.
Gedragsregels ter voorkoming van seksuele intimidatie
Seksuele intimidatie is elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering, in verbale, non-verbale of fysieke zin, opzettelijk of onopzettelijk, die door de persoon die het ondergaat als ongewenst wordt ervaren.
De belangrijkste gedragsregel
Iedereen in de sport dient zich te onthouden van seksueel (machts)misbruik en seksuele intimidatie, zowel het kader als de sporter.
Seksuele intimidatie komt het meest voor in de relatie waarin sprake is van een machtsverschil.
Dat machtsverschil kan te maken hebben met leeftijd (volwassene tegenover kind), positie (trainer tegenover sporter) of bijvoorbeeld het getal (groep tegenover eenling).
Deze gedragsregels gelden voor alle begeleiders in de sport. Het naleven van de gedragsregels is de verantwoordelijkheid van de volwassen begeleider, niet van het kind.
De verantwoordelijkheid van de begeleiders
De begeleider heeft niet alleen een taak met betrekking tot de sportbeoefening. Hij heeft ook een (weliswaar gedeelde) opvoedkundige opdracht. Hij is medeverantwoordelijk voor de veiligheid, gezondheid en het welzijn van de jonge sporter en voor diens ontwikkeling naar zelfstandigheid. Daarbij moet de begeleider de persoonlijke grenzen van de sporter respecteren en de grenzen van professioneel gedrag niet overschrijden. Begeleiders zijn allen die (jeugd)leden ondersteunen tijdens trainingen, wedstrijden en overige verenigingsactiviteiten.
“Mag ik ze dan geen aai meer over hun bol geven? ” De omgang tussen mensen en het lichamelijk contact bij het sporten laten zich niet tot in detail regelen. Dat is ook niet de bedoeling van de gedragsregels. Lichamelijk contact kan functioneel zijn en een “aai over de bol” motiverend en prettig.
Aanrakingen en bijvoorbeeld het geven van complimentjes moeten geen taboe worden in de sport. De gedragsregels zijn richtlijnen voor de begeleider, waarmee seksuele intimidatie kan worden voorkomen. Ze geven de grenzen aan van het handelen.
Ze fungeren als toetssteen voor het gedrag van begeleiders en sporters in concrete situaties.
Ze nodigen uit tot nadenken en discussiëren over het handelen en dat van anderen in de sportomgeving.
De regels
18 jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.
Gedragsregels voor roken bij de kantine Weidevogels
Heden ten dage wordt er gerookt voor de kantine en kleedkamers.
Voor een sportvereniging is het geen goede uitnodiging naar onze gasten en eigen leden.
Tevens heeft het een verkeerde uitstraling naar de jeugd.
Het is u eigen keuze om te roken.
Roken is niet goed voor de gezondheid voor u en u mede rokers.
Een geheel verbod voor roken gaan we niet toepassen.
Maar we hebben wel een aantal regels opgesteld zodat een ieder daar profijt van heeft.
Roken is op de volgende plaatsen niet toegestaan.
Roken is alleen toegestaan buiten naast de opslag container.
Na het roken kunnen de peuken weggegooid worden in de betreffende Drop Pit.
10. Bijlage: De rol van ouders.
De invloed van ouders op het gedrag van kinderen
Ouders hebben een grote invloed op het gedrag van hun kinderen. Zeker als het nog om relatief jonge kinderen gaat. In de belevingswereld van kinderen zijn ouders namelijk de ideale voorbeelden. Wie kent niet de uitspraken van jonge kinderen als: “mijn moeder is de slimste en mijn vader de sterkste”. Bij het ouder worden van het kind neemt die invloed echter af. Dan komt het kind met andere personen in contact, die mede bepalend worden bij het opvoedings- en ontwikkelingsproces. Het gaat dan om leeftijdgenoten, school, sportvereniging, kerk en media.
Over het algemeen kan worden gezegd dat hoe ouder het kind wordt, des te kleiner de invloed wordt die ouders direct kunnen uitoefenen op het gedrag van hun kinderen. Wel zijn er sterke verschillen tussen kinderen onderling en ouders onderling. Naarmate het kind meer volwassen wordt zal de beïnvloeding veranderen van sterk sturend naar meer adviserend. De ouders zullen het kind dan steunen met raad en daad en waar nodig corrigerend moeten optreden. Vooral tijdens de puberteit botst het vaak tussen ouders en hun kinderen. Het kind probeert dan namelijk een eigen identiteit op te bouwen. De ouders kunnen hierbij een belangrijke rol spelen door een goed voorbeeld te zijn. Op deze wijze kunnen ze de persoonlijkheidsontwikkeling van hun kind sterk beïnvloeden. Hoewel er bij de puber altijd wel enigszins sprake is van het zich tegen-de-ouders afzetten, zal een goede ouder-kindrelatie een goed verloop van de puberteit in de hand werken. Voor de jongere zelf is de puberteit ook een nogal onstuimige periode waarin de jongere “zichzelf ontdekt”. De jongere bekijkt het gedrag van de ouders nu veel meer vanaf een afstand. Hij leert selecteren wat volgens hem de goede en de minder goede eigenschappen van zijn ouders zijn. De ouders zullen hiermee rekening moeten houden en de jongere wat meer vrij laten in zijn beslissingen.
Actieve levensstijl
Voldoende beweging heeft een positieve invloed op allerlei gebied. Daarom is het belangrijk dat jonge kinderen al vroeg met verantwoord bewegen beginnen. Vanaf jonge leeftijd moet een actieve levensstijl eigen worden gemaakt, dit geeft namelijk een grotere kans dat op latere leeftijd ook een actieve levensstijl behouden wordt en dat geeft weer meer kans op een goede gezondheid. Bovendien is het voor mensen die op jonge leeftijd nooit of weinig hebben gesport veelal lastig om op latere leeftijd alsnog te gaan sporten. Voor hen is de drempel om te gaan sporten dan vaak te hoog. Naast het gezondheidsaspect heeft sporten veel andere positieve gevolgen. Sportende kinderen ontwikkelen motorische vaardigheden waardoor ze zich gemakkelijker bewegen en beter zijn in andere sportieve vaardigheden dit vergroot hun gevoel van eigenwaarde. Daarnaast is het sporten bij een vereniging een uitstekende gelegenheid om een vriendenkring op te bouwen, hetgeen weer belangrijk is voor de persoonlijke ontwikkeling.
Samen sporten
Ouders kunnen ervoor zorgen dat hun kind op jeugdige leeftijd voldoende beweegt. Dat kan al op zéér jonge leeftijd. Bijvoorbeeld door met het kind te gaan wandelen en allerlei sportieve spelletjes te doen. Ook worden er tegenwoordig steeds meer activiteiten georganiseerd om samen te bewegen, denk in dit kader bijvoorbeeld aan het baby- en peuterzwemmen en ouder- en kindgymnastiek.
Na verloop van tijd neemt de school een deel van de bewegingsopvoeding over. Daarnaast kunnen verenigingen een belangrijk deel van de bewegingsopvoeding overnemen. Tegenwoordig zijn er veel verenigingen die activiteiten aanbieden voor steeds jongere kinderen. Bekende voorbeelden hiervan zijn tennis, zwemmen en gymnastiek. Maar ook Weidevogels probeert steeds jongere kinderen (vanaf circa 4 jaar) te betrekken bij de vereniging. Sinds een aantal jaren kent het KNKV de Kangaroeclub.
De rol van ouders
Als kinderen eenmaal lid zijn van een sportvereniging houdt daarmee zeker de bemoeienis van ouders niet op. De rol van ouders is op te splitsen in 5 categorieën.
Voorwaarden scheppen voor de sportbeoefening en interesse tonen en stimuleren
Als (jonge) kinderen willen korfballen, moet er thuis van alles worden geregeld om het kind aan de sport te kunnen laten deelnemen. Een lidmaatschap bij een vereniging betekent vaak dat er op vaste tijden en vaste plaatsen gesport dient te worden. Dit vraagt dan om een organisatorische aanpassing van het hele gezin. Daar komt bij dat veel gezinnen uit meerdere kinderen bestaan, en/of kinderen die van meerdere verenigingen lid zijn. Dit vergt veelal nogal wat passen en meten om alle kinderen op tijd te laten eten en dan ook nog tijdig op de juiste plaats te laten zijn.
Kinderen die sporten kunnen meestal niet zonder de hulp van de ouders. De ouders moeten bepaalde voorwaarden scheppen waardoor het voor hun kinderen mogelijk wordt om op een verantwoorde wijze lid te zijn van de sportvereniging.
Vijf van die voorwaarden zijn:
Interesse tonen en stimuleren
Vrijwel ieder kind wil gestimuleerd worden. Het ene kind heeft het echt nodig om 'de moed niet op te geven' en lid te blijven, het andere kind ervaart dat gewoon als positief, hetgeen nog meer plezier geeft in het korfballen. Met het tonen van interesse wordt het kind automatisch gestimuleerd.
Als ouder kunt u onder andere op de volgende wijzen blijk geven van uw interesse in de korfbalbeoefening van uw kind:
Vragen
a) Hoe vaak kijkt u bij wedstrijden en trainingen van uw kind?
b) Vindt uw kind het leuk als u er bent?
c) Vindt uw kind dat u voldoende komt kijken?
d) Praat u thuis regelmatig na over wedstrijden (en trainingen)?
e) Vraagt u dan naar de ervaringen/beleving van het kind?
f) Overlegt u ooit met de trainer over de motivatie en vorderingen van het kind?
g) Kunt u voor uzelf op een rijt je zetten op welke wijze u uw kind stimuleert tot het beoefenen van korfbal?
h) Stimuleert u Fair Play-gedrag?
Bij (jeugd)korfbal zijn het vaak de kleine onsportieve dingen waar ouders bij hun kinderen op kunnen letten. Bijvoorbeeld als kinderen nooit toegeven dat een wedstrijd verdiend verloren is, maar altijd onwerkelijke redenen daarvoor bedenken. Als kinderen mopperen op medespelers en/of scheidsrechter. Of laten merken dat er onterecht gewisseld wordt, omdat degene die in het veld komt veel slechter is. En ook ruw spel, vooral als de scheidsrechter het niet ziet, of toch niet fluit, dit zijn vormen van onsportief gedrag die helaas bij het (jeugd)korfbal nog wel eens voorkomen.
Als ouder kunt u Fair Play bij uw kind stimuleren op verschillende manieren: